21 oktober 2002

Namibië

Van 13 september tot 20 oktober gingen wij naar zuidelijk Afrika. Ons doel was Namibië, maar omdat én het huren van een auto in Zuid-Afrika aanzienlijk goedkoper is dan in Namibië zelf én de vliegtickets naar Zuid-Afrika goedkoper zijn, besloten we naar Kaapstad te vliegen en daar een auto te huren. Dat gaf ons mooi de kans om ook nog wat van Zuid-Afrika te zien:


De pinguïns van Boulders Beach, iets ten zuiden van Kaapstad. Een van de weinige plekken ter wereld waar je er zomaar tussen mag lopen, superleuk!


We beklommen de Tafelberg (1088 m) vanuit de Kirstenbosch Botanical Garden en kwamen bovenop in een prachtig wandelgebied terecht, waarvandaan we een prachtig uitzicht hadden op de 12 Apostelen, Robben eiland, Kaap de Goede Hoop en Kaapstad zelf.


We gingen een dagje naar Hermanus om walvissen te kijken. Deze zijn daar vanaf de kant goed te zien omdat ze een aantal maanden met hun jongen in de baai rondzwemmen. Waar je ook keek, overal zag je staarten, vinnen of springende walvissen!


En op de terugweg bekeken we Stellenbosch, bekend van de wijn en de Cape-Dutch architectuur.


Daarna was het tijd om richting Namibië te rijden, want we hadden nog heel wat kilometers voor de boeg. Onze eerste stop was Bloubergstrand, waarvandaan we de Tafelberg prachtig zagen liggen.


Direct over de grens bleek al dat in Namibië de meeste wegen onverhard zijn.


We gingen naar Fish River Canyon, de grootste canyon op het zuidelijk halfrond, erg indrukwekkend.


Vanwege de hoge temperaturen waren de officiële wandelingen in de canyon al gesloten. Daarom liepen wij een alternatieve route van 6 uur, die door de eigenaar van onze camping was uitgezet. Onderweg kwamen we helemaal niemand tegen. Het was superleuk, maar wel erg warm en daarom heerlijk om even af te koelen in de Fish River.


Op weg naar het noorden passeerden we de Steenbokskeerkring.


Onze eerste safari deden we in Daan Viljoen Game Park: een wandeling met z'n tweeën tussen de minder gevaarlijke soorten (zoals zebra's, giraffen, gnoes, bavianen en verschillende antilopen).


In Waterberg Plateau NP deden we onze volgende safari, nu een gamedrive. De braai op onze kampeerplek hebben we niet gebruikt.


In Windhoek liep de lokale bevolking er kleurrijk bij.


En toen was het tijd voor Namibië's bekendste safaripark, Etosha NP, naar men zegt een van de mooiste wildparken ter wereld. Het is een groot park met relatief weinig begroeiing, waardoor je de dieren goed ziet, vooral in de droge tijd als ze massaal naar de waterholes komen. Opvallend vonden wij vooral de witte aarde.





We zagen onder andere grote kuddes olifanten, zebra's, giraffen, leeuwen, een luipaard, impala's, gemsbokken, struisvogels, jakhalsen, gnoes.


Bij Twyfelfontein vind je een van de grootste collecties rotsgravures en rotstekeningen van Afrika. Deze stammen uit het Stenen Tijdperk (zo'n 6000 jaar oud).


We reden over onverharde wegen richting de Skeleton Coast door een prachtig landschap: rode bergen, zachtgele grasvelden met struisvogels.


We kwamen terecht in een zandstorm en hadden moeite om de zandweg nog te onderscheiden. Het resultaat: een gezandstraalde auto met een voorruit vol putjes en volledig matte koplampen!


Eén van de vele scheepswrakken waar de Skeleton Coast z'n naam aan te danken heeft.


We kwamen langs de Cape Cross zeehondenkolonie, waar het een lawaai was van jewelste en wat een geluk dat je foto's niet kunt ruiken...!


We vonden een gave kampeerplek bij de Spitzkoppe, de Matterhorn van Afrika. We wandelden een dag tussen de oranje-rode rotsen en zaten 's avonds bij ons kampvuurtje onder een hemel vol sterren.


Flamingo's aan de kust bij Walvis Bay.


Koffiestop bij Dune 7, het zand had onze picknicktafel al bijna overgenomen.


In Namib-Naukluft National Park liepen we de Waterkloof Trail, een prachtige, warme, eenzame dagwandeling. Na het wandelen was het prima afkoelen in één van de natuurlijke poeltjes tussen de rotsen.


En toen was het tijd voor Namibië's bekendste attractie: de enorme, rode zandduinen bij Sossusvlei, behorend tot de hoogste ter wereld.


Deadvlei


Het beklimmen van de duinen in de brandende zon was erg zwaar, maar wel heel erg de moeite waard.


Dune 45


Vlak voor de Zuid-Afrikaanse grens maakten we nog een stop bij de kokerbomen bij Keetmanshoop.


In Zuid-Afrika wandelden en kampeerden we in Augrabies Falls National Park.


Daarna moesten we twee dagen rijden, bijna van het westen naar het oosten van het land, want we wilden Kruger NP natuurlijk niet missen. Onderweg bekeken we de 'Three Rondavels' in Blyde River Canyon. Deze ronde rotsen doen denken aan de hutten van de oorspronkelijke, lokale bevolking.


We vonden een superleuke kampeerplek in de tuin van een afgelegen huis, waar we een duikertje konden aaien.


We reden twee dagen rond in Kruger NP, een heel ander soort landschap dan Etosha: veel groener, maar daardoor waren de dieren lastiger te spotten. Toch zagen we weer van alles: olifanten up-close, zebra's, nijlpaarden, leeuwen, neushoorns en op de valreep nog buffels, waarmee we de 'Big Five' compleet hadden.


We hadden al zoveel gereden dat er nog wel een klein stukje bij kon en dus reden we via Swaziland, met z'n suikerrietvelden en hutten een heel andere wereld, naar Kosi Bay aan de oostkust. Het laatste stuk was eigenlijk 4WD en daar kwamen we dan ook vast te zitten met onze VW Chico. Na een rustdag wilden we een dagje snorkelen. Omdat we niet over nog meer 4WD wegen wilden rijden, parkeerden we onze auto op de grens met Mozambique (de douane beloofde een oogje in het zeil te houden) en liepen we naar de snorkelplek, bij een prachtig, verlaten strand.



We reden terug naar Johannesburg via Royal Natal NP, waar we prachtig kampeerden en een avontuurlijke wandeling maakten bij de Drakensberg (via een touwladder tegen een steile rots op en daarna van de rotsen in de ijskoude rivier springen).

Na 10.551 kilometer (!) in 5 weken gereden te hebben, leverden we onze auto in op JNB International Airport, waarvandaan we 9000 kilometer terugvlogen naar Amsterdam.